Waarom de juiste schroef voor gevelbekleding zo belangrijk is
Houten gevelbekleding wordt steeds populairder bij zowel nieuwbouw als verbouwingen. Het geeft je woning een warme, natuurlijke uitstraling en is relatief eenvoudig zelf te monteren. Toch gaat het vaak mis bij één belangrijk detail: de keuze van de schroeven. Verkeerde schroeven zorgen voor roest, verkleuringen in het hout, losrakende delen en zelfs lekkages.
Met de juiste schroeven blijft je gevel strak, veilig en onderhoudsarm. In dit artikel leg ik uit welke schroeven je het beste kiest voor houten gevelbekleding, waar je op moet letten en welke veelgemaakte fouten je voorkomt.
Welke schroeven zijn geschikt voor buitengebruik?
RVS of gecoat staal: wat kies je?
Voor gevelbekleding gebruik je altijd schroeven die geschikt zijn voor buiten. In de praktijk komt dat neer op twee opties: roestvast staal (RVS) of verzinkt/gecoat staal. RVS schroeven zijn het veiligst tegen roestvorming. Zeker bij zichtbare gevels is dit de beste keuze, omdat ze geen roestvlekken in je hout veroorzaken. Kies bij voorkeur voor RVS A2 of, in zwaardere omstandigheden zoals kustgebieden, RVS A4.
Gecoate of verzinkte schroeven zijn vaak iets goedkoper en worden veel gebruikt in houtskeletbouw en minder zichtbare toepassingen. Het nadeel is dat de coating kan beschadigen bij het inschroeven, waardoor roest op termijn alsnog kan ontstaan. Voor een nette houten gevel is RVS daarom meestal de verstandigste investering.
Volledige draad of deeldraad bij gevelplanken
Bij gevelbekleding is het belangrijk dat de plank goed tegen de achterconstructie wordt aangetrokken en daar ook op zijn plek blijft. In de meeste gevallen kies je voor deeldraadschroeven: het gedeelte zonder draad zorgt ervoor dat de plank strak tegen de achterliggende regel wordt getrokken. Volledige draad gebruik je vooral als je twee gelijke delen wil verbinden zonder dat er spanning ontstaat.
De juiste lengte en dikte voor een stevige gevel
Hoe lang moet een schroef zijn?
Een praktische vuistregel is dat de schroef minimaal twee keer zo diep in de achterconstructie moet grijpen als de dikte van de gevelplank. Heb je bijvoorbeeld gevelplanken van 18 millimeter dik, dan wil je minstens 36 millimeter schroefdraad in de achterliggende regel. In de praktijk kom je dan vaak uit op schroeven van 4 x 50 of 4,5 x 60 millimeter, afhankelijk van je regelwerk.
Te korte schroeven zorgen ervoor dat planken kunnen gaan werken, bollen of loskomen bij windbelasting. Te lange schroeven zijn niet alleen onnodig duur, maar vergroten ook de kans op het raken van leidingen of andere constructiedelen.
Dikte van de schroef en splijten van hout voorkomen
De dikte van de schroef hangt samen met de belasting op de gevel en de soort hout. Hardhout is sterker maar ook gevoeliger voor splijten. Daar gebruik je vaak iets dunnere schroeven met een speciale freeskop of snijpunt. Bij zachtere houtsoorten zoals vuren of douglas kun je iets dikker gaan, bijvoorbeeld 4,5 millimeter.
Voorboren is bij hardhout vrijwel altijd nodig, zeker dicht bij de kopse kanten van de plank. Dit voorkomt scheuren en geeft een strakker schroefbeeld. Gebruik een boortje dat net iets kleiner is dan de schroefdiameter.
Praktische tips voor een duurzame montage
Aantal schroeven en plaatsing in de plank
Monteer gevelplanken in de regel met twee schroeven per achterliggende regel, op gelijke afstand van de randen. Houd voldoende afstand tot de kopse kanten en de zijkanten van de plank om splijten te voorkomen. Schroef nooit te dicht bij de rand en draai niet te hard door, anders beschadig je het hout en de RVS kop.
Let er ook op dat houten gevelplanken altijd werken onder invloed van vocht en temperatuur. Volg daarom altijd de verwerkingsvoorschriften van de leverancier, zowel voor de hart-op-hart afstand van de regels als voor de positie van de schroeven. Combineer je dat met de juiste RVS deeldraadschroef in de juiste lengte, dan staat je gevel jarenlang stevig en blijft hij er mooi uitzien.
